Waar komt jouw interesse in menselijk gedrag en systemen vandaan?
‘Ik kom zowel vanuit mijn moeders als mijn vaders kant uit vrij heftige systemen. Zo was het Joodse familiesysteem van mijn vader getraumatiseerd door de Tweede Wereldoorlog. Zo’n oorlog trilt na in alle generaties daarna. Ook mijn moeder kwam niet uit een standaard gezin. Als kind voel je de effecten daarvan haarfijn aan. Ik verwonderde me over het gedrag van volwassenen in mijn familie. Waarom gaat het zoals het gaat? Niemand lijkt er gelukkig van te worden, maar toch gaat het zo. Hoe kan dat? Het aan den lijve ondervinden van de impact van (familie)systemen, heeft mijn interesse daarin getriggerd. Het systeemdenken heeft me geleerd om met andere ogen te kijken naar mijn familiesysteem en mijn aandeel daarin. En naar wat ik (on)bedoeld meegeef aan mijn kinderen.’
Waarom vind je het belangrijk dat mensen leren hoe systemen werken?
‘Vanuit het systeemperspectief is schuld en onschuld irrelevant. Dat vind ik bevrijdend. Het gedrag van het individu bestaat binnen de context. Alle factoren die maken dat je tot gedrag komt, zijn gerelateerd aan het systeem. Door dat te begrijpen, ontdek je dat je iemand niet de schuld ervan kunt geven dat bepaalde dingen zo gelopen zijn. Gedrag is nooit alleen persoonlijk en kun je vanuit het systeem verklaren. Je bent verantwoordelijk voor je gedrag, maar dat het 100% aan jou ligt, klopt niet. Als je begrijpt dat je beïnvloed wordt door het systeem, voel je je minder persoonlijk aangevallen en ervaar je meer mildheid, inzicht en ruimte. Je kunt afscheid nemen van verstikkende beschuldigingen, waardoor je milder naar jezelf en anderen kunt kijken. Zo kun je de neiging hebben om jezelf te beschuldigen van het feit dat je niet voor jezelf bent opgekomen. Ja, dat had je mogelijk met meer bewustzijn kunnen doen en het feit dat je dat niet gedaan hebt, laat zien dat het in dat krachtenveld waarschijnlijk lastig is om leiderschap te tonen. Door te leren over systeemdenken kun je stevig blijven staan en ben je in staat om zaken aan de orde te stellen zonder ze persoonlijk te maken. Daarmee help je de resultaatgerichtheid van een organisatie en ontstaat ruimte voor groei.’
Toch zijn we geneigd om bij pijn of conflicten met de vinger te wijzen. Hoe zie jij dat?
‘Er bestaat geen schuld. Het enige wat er bestaat, zijn interactiepatronen die op elkaar reageren en zichzelf in stand houden. Het verhaal van schuld en onschuld past niet in het systeemdenken. In opleidingen zeg ik vaak: ‘Niemand is schuldig, maar iedereen is verantwoordelijk.’ Als je op maatschappelijk niveau kijkt naar de banken- kwestie, dan hebben de banken schuld. Ze laten gedrag zien dat in strijd is met het welzijn van een grotere groep mensen. Maar het feit dat banken dat kunnen doen, wordt mede in stand gehouden door die grotere groep mensen. Wij laten dat toe. Niets bestaat op zichzelf.’
In je werk heb je het vaak over de onderstroom. Wat is de onderstroom?
‘De onderstroom is datgene wat niet besproken wordt – hoe we met elkaar omgaan. Wat zijn de interactiepatronen? Welke gevoelens ervaren we ten opzichte van elkaar? De kwaliteit van de onderlinge interacties tussen leden bepaalt hoeveel je in de bovenstroom voor elkaar krijgt. De bovenstroom is in een organisatie het geheel van doelen, afspraken, strategieën en letterlijke inhoud. Om resultaten te bereiken in de bovenstroom is het belangrijk om met elkaar de taal te hebben om de onderstroom te begrijpen. Daar is niet altijd ruimte voor. Vaak lijkt het alsof de focus in organisaties gericht is op resultaat, maar in termen van energie is de focus gericht op overleven, wat ten koste gaat van je resultaat. Ik vind het fascinerend dat wanneer het normaler wordt om verstrikkingen in de onderstroom bespreekbaar te maken, er voorwaartse kracht ontstaat. De groeikracht krijgt dan vrij baan. Dat geeft een lekker gevoel.’
De focus is gericht op overleven zeg je. Hoe zit dat?
‘Voor ons als primaten is het voor overlevingsdoeleinden essentieel om onderdeel te zijn van de groep. Daardoor is ons gedrag er onbewust op gericht om te overleven in een systeem. Bij gedoe in de onderstroom worden delen van ons brein die gaan over overleven onwillekeurig aangezet. Het limbisch brein, bezig met plek in het sociale systeem, en het reptielenbrein, bezig met het bepalen of een situatie (on)veilig is, gaan op alert. Daardoor draag je niet per se bij aan de gezamenlijke doelstellingen van dat systeem. Op het moment dat een systeem met elkaar regelt dat alle breinen ten diepste voelen ‘Ik heb hier plek’, komt energie vrij voor ontwikkeling. Dan ontstaat ontspanning en gaan leden taakgericht gedrag vertonen. In de meeste organisaties is iedereen onbewust op zichzelf gericht. Op het moment dat mensen leren hoe ze bewust in hun rol als lid van het systeem stappen, laten ze ander gedrag zien. Waar ik op persoonlijke titel geneigd ben om te zwijgen omdat ik niet te moeilijk wil doen, kan ik leren dat ik juist mijn stem moet laten horen. Als lid van het systeem heb ik informatie waarmee ik het totaal help in de doelgerichtheid. Als iedereen dat doet, krijgt de voorwaartse energie meer ruimte.’
Is de onderstroom niet heel ongemakkelijk of pijnlijk?
‘Absoluut, omdat we geprogrammeerd zijn om het persoonlijk te maken. Het gaat niet om je persoonlijke geschiedenis, maar om hoe die zich manifesteert in het systeem. Er zijn hordes coaches, organisatie-adviseurs en trainers die zich richten op het individu, dat levert mooie sessies op. Ik geef geen persoonlijke therapie in teamverband omdat het voor het collectief niets oplost. Als iemand de boel onbewust saboteert is dat niet zijn of haar schuld, maar zit er sabotage-energie in het systeem. Dat heeft een functie. Het bespreekbaar maken van de onderstroom is geen comfortabel en gemakkelijk proces. Het is nieuw, geeft angsten en het systeem moet leren om zaken bespreekbaar te maken zonder ze persoonlijk te maken. Naarmate het systeem complexer
wordt, wordt het turbulenter. Je verlaat oude zekerheden en gaat het onbekende tegemoet. Maar dat is oké. Het leven is naast fijn ook turbulent. Dus leer mij liever omgaan met turbulentie, dan het te vermijden. Denk aan groeipijnen bij kinderen: die bestaan niet alleen individueel, maar ook collectief.’
Hoe krijgen mensen grip op hun eigen onder stroom?
‘Het begint met zelfbewustzijn. In de opleidingen van SchoolvoorCoaching leer je jezelf inzetten als instrument. Je lichaam en hersenen staan in contact met de onderstroom en zijn haarfijn in staat om daar informatie uit te halen. De mate waarin ons rationele brein in staat is die informatie toe te laten en ermee te werken, hangt af van hoe gegrond en gecentreerd je bent. Op individueel niveau is het essentieel dat je je openstelt voor de ervaring in de groep. Hoe resoneert mijn lichaam op het totale systeem? Gronding en centreren helpen daarbij. Afgelopen week gaf ik de workshop De Onderstroom in Organisaties Herkennen. In het begin stond mijn systeem in de vluchtstand. In plaats van dat ik ruimte maakte voor spanning, was mijn neiging om uit te weiden. Ik zat in mijn hoofd en voelde niet hoe spannend ik het vond. Ik moest terug naar mijn lijf. Door waar te nemen dat ik niet gegrond was, mijn adem te voelen, mijn voeten op de grond te zetten en vol contact te maken met mijn lichaam. Bovendien vond niet alleen ik het spannend; wij vonden het allemaal spannend. We waren een nieuw systeem aan het vormen. Daar resoneerde ik ook op; mijn lijf kan niet anders. Onze lijven resoneren onherroepelijk op de stroom van de groep.’
Kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin een team met jouw adviezen aan de slag is gegaan?
‘Ik begeleid een managementteam met hoogopgeleide professionals die intelligent taalgebruik hanteerden en weinig samenwerkten. Dat leidde tot frustraties, lange gesprekken en ingewikkelde discussies. Ik heb met ze gewerkt aan bewustzijn over hoe ze met elkaar een klimaat creëren waarin iedereen individueel aan het ploeteren is, maar samen weinig bereikt wordt. Ze hebben ruimte voor elkaar leren maken en effectiever leren praten. Waar ze bij een eenvoudige opgave voorheen met anderhalf uur niet genoeg tijd hadden om tot een gedragen besluit te komen, lukt dat nu in
tien minuten. Ze worden steeds meer bekwaam in het omgaan met de onderstroom, die veranderd is in een fijne, dienende onderstroom. Ze durven nu tegen elkaar te zeggen: ‘Jij zegt dit wel, maar ik vertrouw je niet.’ Voorheen werd dit niet uitgesproken. Spannend blijft dat wel. Ze hebben geleerd om ruimte te maken voor spanning.’
Wat inspireert jou?
‘Het leven zelf inspireert mij enorm. Dat klinkt misschien vaag, maar dat is wel hoe het is. Omdat ik doorlopend lid ben van allerlei systemen. Soms vind ik dat heerlijk en soms gruwelijk. Iedere keer word ik in mijn eigen gedoetjes getriggerd. Dat houdt me pertinent nieuwsgierig naar hoe systemen werken en wat de uitwerking is op mij als lid van een systeem.’
‘Een film die mij heeft geïnspireerd is The Matrix. Met name het beeld waarop de hoofdpersoon het systeem doorziet en blijkt dat er een andere werkelijkheid bestaat van nullen en enen. Hij leert die werkelijkheid doorzien en beïnvloeden, waardoor hij ermee kan werken. Dat is ook de kern van mijn werk.’