Voor innovatie en veranderingsprocessen is de samenwerking tussen beelddenken en begripsdenken essentieel, vindt Coralien van Hattem. Van huis uit is zij ingenieur cultuurtechniek, én beelddenker. Als coach ondersteunt ze beelddenkers, die in organisaties nogal eens ondergesneeuwd raken. Met haar werk wil ze het onderling begrip tussen beeld- en begripsdenkers vergroten.
Door Caroline Linssen
Wat is het verschil tussen begripsdenkers en beelddenkers?
“Ze onderscheiden zich in de manier waarop ze informatie opnemen en verwerken, en in gedrag. Beelddenkers zijn intuïtief, fantasierijk. Het zijn generalisten die makkelijk verbanden leggen en goed zijn in ‘rond’ denken. Ze zuigen alles aan informatie in de omgeving op en reageren contextgericht. Sterke beelddenkers zijn gevoelig voor hun omgeving en betrokken daarbij. Ze nemen heel veel verantwoordelijkheid op zich, ook op het werk. Ze zijn ongelooflijk loyaal, maar als hun organisatie in slecht weer komt, lijden ze daaronder en vergeten ze zichzelf. Ze hebben vaak een slecht zelfbeeld en zijn potentiële burn-outklanten. Begripsdenkers hebben een duidelijker zelfbeeld. Het zijn specialisten die analytisch, gestructureerd en lineair denken. Ze zetten de feiten op een rij en dan krijg je een uitkomst.”
Hoe word je het een of het ander?
“Mensen worden geboren als beelddenker: kleine kinderen leren door te doen, te kijken, te ervaren. Je ontwikkelt begripsdenken pas als je taal leert en scholing krijgt. Rond het negende levensjaar wordt duidelijk of je het begripsdenken oppakt, of dat beelddenken bepalend blijft. Maar het onderscheid is niet zwart-wit: ieder mens heeft een combinatie in zich, alleen verschilt de verhouding. Het is een Gauss-curve zonder absolute schaal. Ik heb wel eens een extreme beelddenker in een workshop gehad die een iets minder sterke beelddenker zag als een begripsdenker! Dat oordeel is dus blijkbaar ook afhankelijk van je eigen positie in de curve.”
Je bent van oorsprong ingenieur. Zijn dat eerder begripsdenkers?
“Dat vooroordeel ligt voor de hand. Ik vermoed dat onder techneuten het aantal beelddenkers juist relatief groot is! Ze leren in hun opleiding uiteindelijk wel systematisch denken. Dat hebben ze ook nodig. Maar als het er op aan komt dingen te verzinnen, maken ze gebruik van beelddenken. Kinderen die net zoals ik sterk beelddenkend blijven, krijgen daar last van op school. Vaak haken beelddenkers vroegtijdig af omdat lesstof en methodiek niet aansluit bij hoe ze informatie verwerken. Ze leren door ervaring en vinden een diploma niet belangrijk. Ik coach ook beelddenkers zonder diploma die HBO- of WO-denkkracht vertonen. Ze schoppen het best ver, maar worden op het werk toch nog vaak niet volwaardig ingezet omdat ze geen diploma hebben. Ik hoor vaak dat ze zich niet gezien voelen en afgerekend worden op hun zwakke kanten, in plaats van aangesproken op sterke kanten. Dat maakt ze kwetsbaar.”
Het lijkt wel alsof de beelddenker een bedreigde diersoort is die beschermd moet worden…
“Dat beeld ontstaat weleens omdat onze maatschappij meer op begripsdenken is ingesteld. Beelddenkers worden op school nogal eens op hun vingers getikt. Door deze negatieve ervaringen voelen zij zich niet altijd erkend. Beroemdheden als Einstein en Churchill waren beelddenkers, dat zijn mensen die heel duidelijk een visie hebben en ontwikkelen. We hebben beelddenkers nodig, want daar kan je innovaties en veranderingsprocessen mee inzetten. Ze beleven die processen intuïtief, zien ze als een film in hun hoofd en kunnen daardoor vaak heel goed inschatten of en hoe iets gaat werken. Maar als ze zeggen dat het niet zal werken, komen ze vaak ongeloofwaardig over omdat ze het niet met feiten kunnen onderbouwen. Vaak blijkt achteraf dat ze gelijk hadden.”
Zou beelddenken meer moeten worden gewaardeerd in organisaties?
“Door begripsdenkers en beelddenkers als tandem te koppelen, kunnen ze juist van elkaars kwaliteiten gebruik maken. Alleen werkt dat dus voor geen meter als je elkaars kwaliteiten niet accepteert. Onbekend maakt onbemind, dus wil ik graag meer bekendheid geven aan de verschillen tussen beeld- en begripsdenken. Om die reden heb ik samen met Mechel Ensing het boek ’Beelddenken en begripsdenken, een wereld van verschil - Atlas van het Beelddenken’ ontwikkeld, waarin we dat uitleggen in tekst én beelden. Alleen door wederzijdse acceptatie wordt beelddenken normaal.
Als beelddenkers inzicht in hun gedrag krijgen, begrijpen ze waarom ze kritiek krijgen en kunnen ze daar rekening mee houden in hun omgang met begripsdenkers. De beelddenker moet nu vaak als eerste die stap zetten, maar ik zou willen dat de begripsdenker ook zijn zwaktes kent. Dan kun je hem ook beter aanspreken op zijn beelddenkkwaliteiten, want die heeft iedereen. Bij organisatieveranderingen wordt er vaak vanuit begripsdenken gehandeld: er is een probleem dat opgelost moet worden, dus krijgt iemand de opdracht een voorstel voor een oplossing te schrijven. In een discussie wordt vervolgens op dat ene idee ingegaan. Het beelddenkend vermogen van een groep komt niet aan bod. Maar voor de oplossing voor een probleem is het vaak beter eerst ideeën te verzamelen en daar een dialoog over aan te gaan in plaats van een discussie. Daar heb je beelddenken voor nodig.”
Hoe gebruik je dit in coaching?
“Je gaat samen op zoek naar de balans. Hoe ga je als beelddenker om met je creativiteit en je sterke behoefte om telkens wat nieuws te ontdekken? Als beeldenkers niet tevreden zijn in hun werk, doen ze er vaak hobby’s naast om hun honger naar wat nieuws te stillen. Ik coachte eens een advocate met een eigen kantoor die naast haar werk ging schilderen. Ze heeft haar kantoor eraan gegeven om fulltime kunstenares te worden. Dat is een extreem voorbeeld, maar voor de meeste mensen gaat het er gewoon om te ontdekken dat ze er mogen zijn. Vooral als ze te kampen hebben met negatieve ervaringen in hun jeugd. Ze leren duidelijk aangeven wat hun behoeftes zijn en hulp te vragen bij zaken waar ze minder goed in zijn. Op een drukke werkplek komen ze bijvoorbeeld niet aan werken toe omdat die teveel energie opzuigt. Zoek dan af en toe een plek op waar het rustig is, zeker als het om schrijfklussen gaat. Daarnaast help ik beelddenkers zich bewust te worden van het moment waarop ze moeten overschakelen naar begripsdenkers-modus, zodat ze kunnen switchen. Beeldenkers ontdekken graag zelf hoe ze iets moeten doen. Het is vaak voldoende om ze inzicht te geven hoe het werkt, dan ontdekken ze zelf wel hoe ze daar in praktijk mee moeten omgaan. Begripsdenkers specialiseren zich sterk en houden dan op, maar beelddenkers blijven leren en worden hun hele leven wijzer. Dat zijn hele verschillende leerlijnen.”
Welke boodschap probeer jij mee te geven in jouw trainingen?
“Het is een uitgelezen kans om inzicht te krijgen in hoe verschillend mensen leren en omgaan met communicatie. We gaan eerst verkennend kijken wat beeld- en begripsdenken is, en ik leg uit dat iedereen beide vermogens heeft. Dan gaan we met de groep aan het werk. Ik wil van tevoren graag weten welke mensen er komen, dan zoek ik op internet naar hun achtergrond om beter in te kunnen spelen op waar zij zich mee bezighouden. Ik leg beeldmateriaal uit de ‘Atlas van het Beelddenken’ op tafel en laat mensen daarover praten. Zo ga ik in op wat er in de groep leeft. De maat is hoe iemand inhaakt en reageert.
Veel van de problemen waar je als coach mee in contact komt, is namelijk op het verschil tussen beeld- en begripsdenken terug te voeren. Ik hoop dus altijd dat er coaches komen die er nog niet mee bekend zijn maar het wel beginnen te zien bij hun cliënten. Voor leidinggevenden is het een goede opening om eens anders naar je team te kijken en te begrijpen waar bepaald gedrag vandaan komt. En voor mensen die vermoeden dat ze beelddenker zijn, is het goed om te ontdekken hoe het zit en in de praktijk werkt. Hoe gemêleerder het gezelschap, hoe leuker het wordt.”
Meer informatie over het werk van Coralien van Hattem: www.coraal.nl