Minke: Dat ruimte geven beweging brengt, weet ik als trainer al heel lang. Toch is het elke keer weer een eye-opener. Voor mijzelf, en de mensen die ik coach. Maud kende ik van eerdere teamcoachsessies en ik had opgemerkt dat ze het spannend vond zichzelf te laten zien. Om ruimte in te nemen. Plek. Een thema dat vaak voorbijkomt tijdens coaching.
Met plezier had ze zelf ja gezegd tegen het coördineren van een project, maar de collega’s die ze aan moest sturen, werkten niet mee. Die gingen om haar heen naar de leidinggevende om te vertellen dat ze geen heil in het project zagen, waarna deze zonder overleg besloot het project tijdelijk stop te zetten.
Ik vroeg Maud wat het effect op haar was dat haar collega’s en leidinggevende dit deden. Ze wachtte even voordat ze antwoordde en zei toen: “Ik vind dat niet zo leuk, maar wat heeft het voor zin dat met ze te delen? Daar wordt de sfeer niet beter op.” Maud had hier duidelijk een overtuiging bij en ik probeerde deze met haar te onderzoeken. Nogmaals vroeg ik: “Wat was het effect op jou toen de collega’s jou passeerden?” Ze sloot haar armen over elkaar. Was stil en keek naar haar schrift op tafel. Ik vertelde haar wat ik haar fysiek zag doen en vroeg haar of ze contact kon maken met haar lijf. Waar voelde ze het toen de collega’s dat deden? Even leek ze bevroren, toen gingen haar ogen dicht en maakte Maud zichtbaar contact… Tranen rolden over haar wangen. Ze verontschuldigde zich en begon op zichzelf te mopperen. “Nou, wat doe ik nou raar…”
Ik vertelde Maud dat het geheel niet raar was. Dat wij zó niet gewend zijn om ruimte te geven aan onze emoties, aan dat wat écht in ons leeft, dat het heel onnatuurlijk kan voelen om dit wel te doen. Ik zei dat het mooi was dat ze er nu ruimte voor maakte. Nog meer tranen volgden. Ik voelde hoe ontzettend spannend het voor haar was om echt contact te maken. Niet alleen met het verdriet, maar nog meer met haar boosheid. De door haar geleerde norm ‘vooral redelijk blijven en geen conflict aangaan’ schuurde zichtbaar met dat wat in haar verstopt zat.
Toch gaf ze haar emoties de ruimte. Naast het verdriet, gaf Maud nu ook haar boosheid aandacht. Machteloosheid maakte nu plaats voor kracht en opkomen voor zichzelf. Al die tijd had het in haar gesluimerd om vrijgelaten te worden. En door het nu ‘alleen maar ruimte te geven’, kwam er een golf aan beweging.
Na een tijdje besloten we samen dat het zo voldoende was en rondden we af. Met een kleine twinkeling in haar ogen verliet Maud de kamer, een stukje vrijer dan ze gekomen was.